De doelstelling zoals die is vastgesteld in het beleidsplan van de peuterspeelzaal luidt als volgt:

“De stichting heeft tot doel ten behoeve van peuters in het werkgebied van de stichting (Dorpshuis ‘t Wantij):

A.            Het bevorderen van de ontwikkeling van deze peuters door hen in groepsverband samen te brengen onder deskundige begeleiding;

B.            Het bevorderen van de ontmoeting en ontplooiing gedurende één tot twee dagdelen per (school-)week.”

Het behalen van deze doelstelling kan vanuit verschillende oogpunten gerealiseerd worden.

Wij gaan uit van het oogpunt dat ieder kind uniek is, waarbij zijn/haar ontwikkeling verloopt in fasen die gevoelige perioden kent. Daarbij is een kind van nature actief en heeft de drang om op ontdekking uit te gaan en alles zelf te willen doen. Een kind beschikt over innerlijke krachten, een sterke drijfveer is de drang naar zelfstandigheid.

De omgeving moet prikkels bieden zodat het kind zelf op verkenning gaat. Een goed ‘voorbereide omgeving’ komt tegemoet aan de behoefte en activiteit van een kind en nodigt het daardoor uit tot verkenning en onderzoeken en geeft het kind de kans om in vrijheid te experimenteren. Een leidster moet goed observeren en inspelen op de behoefte en interesse die het kind aangeeft. Bijzonderheden in de ontwikkeling worden door de leidsters gesignaleerd en met de ouders besproken.

 Vertaling naar de praktijk

Groepsruimte : De ruimte prikkelt het kind, zodat het zelf op verkenning gaat. Het meubilair is aangepast aan kinderniveau en alles ziet er goed verzorgd uit. Alles heeft een vaste plek. Er zijn verschillende hoekjes ingericht. Het kind moet er zich veilig kunnen voelen. De werkstukken van de kinderen zijn overal uitgestald. Vanzelfsprekend is de groepsruimte rookvrij.

Spelmateriaal:  Het spelmateriaal waarmee wordt gewerkt staat uitnodigend in lage open kasten, en past bij de ontwikkelingsfase van het kind. Veel materiaal om de zintuigen te prikkelen. Elk materiaal heeft een specifiek doel en ziet er goed verzorgd uit.

Dagindeling:  Er is een afwisseling van groeps- en individuele activiteiten. Er is op vaste momenten de gelegenheid om samen te eten, drinken, zingen en vertellen. Daarnaast is er ook veel gelegenheid om individueel bezig te zijn; alleen spelen met het materiaal, boekjes bekijken, verven etc.

Regels:   Zowel activiteit als concentratie is belangrijk, regels dienen om dat te bevorderen; geen ruzie maken en binnen niet rennen, elkaar niet storen. Kinderen leren rekening houden met de behoeften en rechten van een ander. Helpen opruimen en niet onnodig rommel maken.

Houding leidster:  De leidster praat, leest en vertelt veel, zonder nadrukkelijk aanwezig te zijn. Ze beweegt zich rustig en drukt zich exact uit. Ze brengt geduld en respect op voor de behoeften van de kinderen. De leidster bereidt de omgeving voor en observeert de kinderen en signaleert de bijzonderheden. Zij is zich er van bewust dat zij een voorbeeldfunctie heeft.

Rol ouders:  Tussen de ouders en de leidsters is een uitwisseling nodig over de lichamelijke en geestelijke groei van het kind. Leidsters adviseren ouders en maken ze attent op de gevoelige periode                                                                                                                                   

Dit alles kunt u terug vinden in onder de link in het menu pedagogisch beleidplan

Verder wordt er ieder jaar een R & I (risico inventarisatie) wat betreft Gezondheid en Veiligheid uitgevoerd en heeft de peuterspeelzaal een Handdoekenprotocol en een Vrijwilligersbeleid.

Per 1 januari 2013 is de peuterspeelzaal opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen ( LRKP) dit houdt in dat PSZ Wantij aan alle wettelijke eisen voldoet.

Heeft u vragen hierover of wilt u het Pedagogisch beleidsplan of één van de andere protocols inzien, kunt u terecht bij één van de pedagogische leidsters.

Deel deze pagina